Jullie zijn twee onafscheidelijke vrijbuiters, Miguel en Tulio geheten. Jullie zwerven door de straten van San Sebastian, waar jullie met liegen en bedriegen de kost verdienen. Op een dag krijgen jullie door vals te spelen bij een spelletje dobbelen met een stel matrozen, een bijzondere kaart in handen.
Op de vlucht voor de door jullie opgelichte matrozen belanden jullie als verstekeling aan boord van één van de schepen van de vloot van Hernàn Cortez. Deze vaart juist op dat moment, met jullie aan boord, af naar de Nieuwe Wereld. Helaas worden jullie betrapt voordat de vloot haar bestemming heeft bereikt. Jullie worden in een lekke sloep midden op zee achtergelaten. Als eten en drinken slechts een fles vuil water en een homp droog en beschimmeld scheepsbeschuit. Dagenlang dobberen jullie rond, voortgestuwd door de stroming en de stormwinden. Eindelijk, meer dood dan levend, bereiken jullie land...